Kwaliteit

Van zelfevaluaties tot veiligheid

Centraal in de kwaliteitszorg van SKO West-Friesland staat het zichtbaar maken van het totale leren. Hierbij richten we ons op de basiskwaliteit en de eigen ambities van de scholen.

Bij het bepalen van de basiskwaliteit zijn de volgende vragen van belang:

● Zijn de leerlingen veilig = klimaat?

● Is het onderwijsproces goed ingericht = proces?

● Leren de leerlingen genoeg = potentieel?

In het (meerjarige) schoolplan geven scholen aan hoe ze werken aan de basiskwaliteit en hun ambities. Jaarlijks stellen scholen de belangrijkste verbeter- en ontwikkelpunten (Big Rocks) vast in hun jaarplan.

Doelen en resultaten

In 2024 waren de zes doelen voor de onderwijskwaliteit:

  1. De school is een veilige basis voor alle kinderen zodat zij zich zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen.
  2. Alle scholen scoren op de doorstroomtoets boven de signaleringswaarden van de onderwijsinspectie, waarbij de leerlingen van alle scholen behalen de gewenste referentieniveaus behalen.
  3. De scholen behalen hun ambities als het gaat om het onderwijsleerproces
  4. De scholen voldoen aan de wet burgerschap
  5. Elke school doorloopt minimaal 2 keer per jaar zelfevaluatie. De scholen organiseren hierbij een kritische vriend van buiten/collegiale consultatie.

De belangrijkste resultaten zijn:

  • Op de meeste scholen is de school een veilige basis voor de kinderen. Scholen die signalen hierin zien, hebben allemaal een gedegen plan om hieraan te werken.
  • 16 scholen scoren op de doorstroomtoets (gemiddelden over 2022, 2023 en 2024) boven de signaleringswaarden van de onderwijsinspectie. Bij de afgelopen doorstroomtoetsen behaalden op 16 scholen voldoende leerlingen de gewenste referentieniveaus voor de minimumdoelen lezen. Voor taalverzorging waren dat 12 scholen en voor rekenen 6. De ambities voor de streefdoelen werden voor lezen op 6 scholen gehaald, voor taalverzorging 2 en voor rekenen 2. De resultaten op met name de streefdoelen zijn minder dan de afgelopen jaren. Een van de verklaringen is de nieuwe normering en de slechte onderlinge vergelijkbaarheid van toetsen. Veel scholen hebben adaptief digitaal getoetst en die toetsen worden landelijk het minst goed gemaakt.
  • Instructie, actief betrekken van leerlingen op de lesinhoud en afstemmen op de ontwikkeling van leerlingen zijn aandachtspunten op ongeveer 13 scholen. Veel scholen professionaliseren zich in schooljaar 2024-2025 op instructievaardigheden, betrokkenheid en afstemming. Er is een goede ontwikkeling hierin zichtbaar.
  • Alle scholen hebben hun burgerschapsonderwijs zo geformuleerd (in schoolplan, schoolgids en eigen plannen) zodat zij voldoen aan de wet. Uit de analyses blijkt dat dit nog doelgerichter, samenhangender en meer afgestemd moet worden op de leerlingpopulatie.
  • Alle scholen hebben een zelfevaluatie-planning in hun schoolplan en jaarplan opgenomen die uitgaat van 2 zelfevaluaties per schooljaar. Regelmatig betrekken scholen een kritische vriend van buiten of gebruiken de ondersteuningsmogelijkheden die SKOWF biedt. Ook zien we dat scholen steeds beter gebruikmaken van relevante wetenschappelijke literatuur op het thema.

*

*Signaleringswaarden

De Inspectie gebruikt signaleringswaarden (zogenaamde ondergrenzen) om te bepalen of een school voldoende resultaten behaalt. Voor een voldoende resultaat moeten genoeg leerlingen de minimumdoelen (1F) en streefdoelen (2F en 1S) behalen. De Inspectie berekent hierbij de gemiddeldes voor de gebieden taalverzorging, lezen en rekenen voor drie schooljaren. Vanwege Corona zijn de signaleringswaarden naar beneden gecorrigeerd.

**

**Referentieniveaus

Scholen zijn sinds 1 augustus 2010 wettelijk verplicht de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen in het onderwijsaanbod als uitgangspunt te nemen. De referentieniveaus beschrijven welke basiskennis en vaardigheden de leerlingen op een bepaald moment moeten beheersen om de volgende stap te kunnen maken in hun onderwijsloopbaan. Voor het basisonderwijs zijn er twee niveaus vastgesteld voor leerlingen aan het einde van de basisschool; een fundamenteel niveau (minimumdoelen) voor taal en rekenen (1F) en een streefniveau (streefdoelen) voor taal (2F) en rekenen (1S). Het fundamenteel niveau 1F sluit aan bij de vmbo-basisberoepsgerichte of vmbo-kaderberoepsgerichte leerweg, het streefniveau (2F/1S) bij vmbo-t of havo

Vooruitblik

Toekomstige ontwikkelingen zijn er net als in 2024 allemaal op gericht om allereerst de basis op orde te houden of te krijgen. Dit omvat het welbevinden en de veiligheid van onze leerlingen, taal, lezen en rekenen en het onderwijsleerproces. Mooie kwaliteitsimpulsen die we zien op scholen (bijvoorbeeld werken met rijke teksten en versterken rekeninstructies) willen we borgen, uitbreiden en met elkaar verbinden.

We zien dat de resultaten achterblijven bij onze verwachtingen, dit geldt met name voor rekenen en taalverzorging. In 2025 nemen de scholen allereerst een andere doorstroomtoets af (in principe op papier). Daarnaast ronden we een stichtingsbreed onderzoek naar het bereiken van de streefniveaus rekenen af waaruit aanbevelingen komen om de gewenste niveaus te behalen. Voor taalverzorging wordt dit halverwege 2025 opgestart. Het verder investeren in vakmanschap, ondersteunen van de scholen door bovenschoolse expertise en leren van goede praktijken worden gecontinueerd en versterkt.

Volgende pagina