Een robot om van te
houden en te leren

Maak kennis met TOBOR, LEV, ROBO en NOA. De vriendelijke, programmeerbare schoolassistent die nooit te beroerd is om voor een jarige een dansje te doen of een liedje te zingen. Op vier scholen van SKO West-Friesland heeft de robotica zijn intrede gedaan. Margriet van Diepen (Hieronymusschool), Bianca Hoogendoorn (Bonifatiusschool) en Marijke van der Gracht (Jozefschool De Goorn) vertellen over hun ervaringen.

Als onderwijs kinderen moet voorbereiden op de samenleving van de (nabije) toekomst, dan is het in de school halen van robots een logische actie. Robotica zal op allerlei manieren ons leven gaan raken. SKO West-Friesland zette de stap voorwaarts en maakte de humanoïde Nao robot onderdeel van het lesprogramma. Was dat wennen? Meer voor de docenten dan voor de leerlingen! Margriet, Bianca en Marijke verbazen zich nog altijd over het gemak waarmee leerlingen werken met de robot. Bianca: “Zelfs het feit dat we beschuit met muisjes uitdeelden bij de geboorte van de robot, vonden ze helemaal niet zo raar.”

Glinsterende ogen

De scholen zetten de Nao robot verschillend in. Op de Hieronymusschool is hij onderdeel van de leerlijn programmeren, op de Bonifatiusschool van het atelier nieuwe media. Jong en oud steekt er iets van op, maar ieder op zijn eigen niveau. In de onderbouw fungeert de robot meer als assistent, in de bovenbouw gaan leerlingen echt als ontwikkelaar aan de gang en maken zij scripts in opdracht van de leerkrachten. Bij het instrueren van de robot kunnen leerlingen al veel voorbereiden op hun chromebook. Daardoor is het bereik groot. “De kinderen gaan er vaak helemaal in op en komen zelf met ideeën en oplossingen. Dan zie je al die glinsterende oogjes”, aldus Marijke.

De robot hoort bij de school

Binnen de scholen zijn een paar kinderen benoemd als ‘expert’. Ze halen de koffer met de robot op, halen hem eruit en zetten hem klaar. Dat ontlast de leerkracht. Daarnaast werken de ‘robotscholen’ samen in een leergroep (PLG), waarin scripts worden besproken en tips en trucs uitgewisseld. Margriet: “Langzaam zie je dat het robotonderwijs onderdeel wordt van het normale onderwijs. Zo moet het ook zijn; beschouw het niet als een speciaal uitstapje.

De robot hoort bij de school. Punt.”

Persoonlijke vorming

De robot stimuleert ook andere vaardigheden die van belang zijn in de 21 eeuw. Leerlingen werken in kleine groepjes intensief samen en moeten problemen oplossen. Sterker nog, TOBOR, LEV, NOA en ROBO nodigen je hiertoe ook uit. Co-creatie in optima forma. Daarmee is de robot meer dan een kennismaking met programmeren, het vormt je ook als persoon. Marijke: “De kunst is om robotonderwijs aan meerdere vakken te verbinden en misschien, in een volgende stap, ook een groter platform te creëren waarmee we naar buiten kunnen. Wij zijn zelf nog aan het leren, onderzoeken en experimenteren. Dat kost tijd en gaat met vallen en opstaan. Ik had nooit gedacht dat ik als leerkracht ooit zou optrekken met een robot, maar het is prettig gezelschap.”