Ons pedagogisch klimaat

Om in onze moderne samenleving succesvol te zijn, is het belangrijk om initiatief te tonen, verantwoordelijkheid te nemen en samen te werken. De zogenaamde ‘21e eeuwse vaardigheden’ zijn een begrip geworden in onderwijsland. Maar deze vaardigheden staan niet op zichzelf, zij worden gevoed vanuit een gezond pedagogisch klimaat.

Basisbehoeften

Dat gezonde pedagogische klimaat ontstaat in onze ogen als kinderen het gevoel hebben erbij te horen en goede banden onderhouden met hun leerkrachten en medeleerlingen (relatie). Als zij uitgedaagd worden om voor hen haalbare doelen te bereiken (competentie). En als hun persoonlijkheid wordt gerespecteerd en zij de vrijheid ervaren om zelf keuzes te maken en beslissingen te nemen (autonomie).


De kunst is om bij ieder kind de juiste mix van deze basisbehoeften relatie-competentie-autonomie tot stand te brengen. Dat begint met de kern van het pedagogisch handelen: waarnemen. Oftewel, echt luisteren en leren kijken en aanvoelen. Vinden we de goede afstemming, dan ontstaat er vanzelf inzet, motivatie en zin in leren. Eerst het kind, dan de leerling - of: eerst de mens, dan de ontwikkeling - is niet voor niks een van onze leidende principes.

“Doe goed voor jezelf, doe goed voor de ander, doe goed voor de omgeving.”

Actief denken en handelen

Daarmee plaatsen wij de 21e eeuwse vaardigheden in een bredere verantwoordelijkheid. SKO West-Friesland wil kinderen leren, in balans met zichzelf en de ander, vanuit een toenemende eigen regie, actief te denken en te handelen. Uiteindelijk worden zij daardoor burgers die hun eigen doelen en geluk kunnen nastreven, maar daarbij de doelen van hun medemensen en het welzijn van hun omgeving, de samenleving, niet uit het oog verliezen.


Onze scholen moeten een plek zijn waar kinderen veilig kunnen oefenen in deze burgerschapsvorming. Uitgedaagd door de vraag die je hele leven lang belangrijk blijft: hoe ga je om met de zaken die op je pad komen?

Pedagogische doelen

Leerlingen leren:

  • Samen te spelen en samen te werken met medeleerlingen.
  • Open en respectvol om te gaan met anderen.
  • Nieuwsgierig te zijn naar ontwikkelingen in natuur, cultuur en samenleving.
  • Gezamenlijke waarden te vertalen in gedragsregels en hier het eigen gedrag op aan te passen en anderen aan te spreken op hun gedrag.
  • Zich bewust te zijn of worden van hun capaciteiten en passie en die weten in te zetten.